Countdown

zaterdag 31 maart 2012

7. Doorbijten in de Drunense Duinen - 31/03/'12

Lang leve Earth Hour. Wij zijn als modern gezin zo milieubewust dat ik dit bericht dus heel braaf bij het licht van een paar kaarsen en olielampjes zit te typen. Gelukkig geeft m'n PC-scherm genoeg licht, alleen zie ik de toetsen niet zo goed. Is die cursus blind typen toch nog ergens goed voor geweest.

Zo, dat was me het tochtje wel zeg. Dit is de 3e keer dat er 25 km op het programma stond, maar dit was tot nu toe wel de pittigste. Het begon allemaal vanochtend rond 08.30 uur. Vanuit Oud Alblas reden we met een paar auto's richting Drunen. De sfeer zat er al vroeg goed in; het navigatiesysteem in onze auto werd nl. geleid door een Belgische dame, wij hebben haar Goedele gedoopt. Zij meldde ons op zwoele toon netjes op tijd "sla bij de volgende uitrit af" en "ga binnenkort links". Geloof me: als je dat maar lang genoeg hoort wordt ook een stel volwassenen daar erg melig van.
Maar goed, eenmaal de bestemming bereikt was er bij het startpunt, een drukke bruine kroeg, nog even kort tijd voor een sanitaire stop en de inwendige mens. In Brabant is het gewoon altijd gezellig, zelfs op een vroege zaterdagochtend, dus ik ging lekker relaxt aan een grote koffietafel zitten. De hints van m'n mede wandelaars drongen wat laat tot me door, maar toen het kwartje eenmaal gevallen was (gezucht, horloges checken, trommelende vingers op de tafel, rek- & strekoefeningen)  heb ik in ieder geval geprobeerd een nieuw wereldrecord te vestigen : binnen 2 minuten een grote kop hete thee doorslikken zonder je mond te branden. Na een vrolijk "houdoe!" rende ik naar buiten waar men al ongeduldig stond te wachten en begonnen we aan tot nu toe zwaarste 25 km die ik ooit gelopen heb.
De Loonse en Drunense Duinen heb ik voor het laatst bezocht om daar een keer met m'n ouders te picknicken. Een stukje geschiedenis over deze "Brabantse Sahara" is te vinden op de site van Natuurmonumenten. Het vermeldt o.a. dat zich hier één van de meest uitgestrekte stuifzand- gebieden van West-Europa bevindt en dertig vierkante kilometer levend stuifzand heeft. Dat zand is afgezet door poolwinden in de laatste ijstijd. Eeuwenlang was het bedekt door oerbos. Totdat streekbewoners in de middeleeuwen brandhout en landbouwgrond nodig hadden. In de veertiende eeuw lieten boeren hun vee grazen op de heide waardoor de grond uitgeput raakte en de wind blies vervolgens steeds grotere zandvlaktes open. De opmars van het stuifzand is tegengehouden door naaldbomen te planten. 

















Ik zag mezelf eerlijk gezegd geen 25 km door deze zandvlakte ploeteren, en dat gebeurde gelukkig ook niet. De route liep nl. door dwars door het naaldbos, wat het echter niet minder moeilijk voor de kuiten maakte.

Er wordt tijdens de training gehamerd op het bewandelen van allerlei soorten ondergronden, niet alleen maar strakke fietspaden. Dat hebben we tijdens deze tocht goed kunnen oefenen: afwisselend zand en bosgrond, soms een soort van karrespoor en dan weer een stukje (fiets)pad, maar vooral veel mul zand. Heel veel mul zand. Wat wel nu al op viel: de droogte. Als je vaak statisch geladen bent of een licht ontvlambaar temperament hebt, kun je hier beter niet lopen momenteel, want één vonk is al genoeg om alles in lichterlaaie te zetten. Er werd dan ook nu al gewaarschuwd voor bosbranden, terwijl het nog niet eens zomer is!




Desondanks is het hier gewoon erg mooi. Weer heel wat anders dan zo'n platte polder met sloten en weiland. Alhoewel.... smaken verschillen, ik sprak iemand die een bos als dit juist weer enorm saai vond, alleen maar bomen en zand. 't Is denk ik maar net hoe je kijkt - ik heb nu eenmaal wat met bomen, vind ze in alle jaargetijden mooi.



Na een kleine 10 km werd het tijd voor de 1e rust. Dit was door de lokale wandelsportvereniging weer tot in de puntjes verzorgd: middenin het bos was een kraampje ingericht met koffie, thee, koek en frisdrank, plus wat picknicktafels en -banken.


Tegen het vooroorlogse tarief van maar liefst € 0,50 (in de vorm van consumptiebonnen) kon je daar gebruik van maken, inclusief een schone Dixie om al dat lekkers weer te lozen.
Waar zouden we zijn zonder al die vrijwilligers, die daar voor dag en dauw hun boeltje opzetten en tot ver in de middag vrolijk al die halve zolen uit bos en duin verwelkomen? Mijn dank is groot in ieder geval!
Na een krappe 20 minuten (ja het mocht eens 21 minuten zijn zeg, stel je voor) werden we letterlijk het bos ingestuurd. Mijn kuiten begonnen nu na verloop van tijd toch wel wat te protesteren, omdat je constant kleine hobbeltjes moet overbruggen, voeten optillen en uitwijken voor takken, boomwortels en kuiltjes. Regelmatig waren er bijna-valpartijen als er teveel gekletst en te weinig opgelet werd. Toch de moed erin houden want we waren er nog lang niet. Blijven lachen en net doen of je het niet voelt, die opkomende spierpijn...



Rond het 20 km punt was de 2e stop, dat we na aan kleine 5 kwartier lopen (in mijn geval ploeteren) bereikten. Ditmaal werden we in een soort verenigingsloods verwelkomd met warme tomaten- of kippensoep. Er stonden echt prachtige kaarslampen op tafel, die waren gemaakt door een bekende kunstenares uit Drunen. Zij geeft ook workshops in glas-in-lood-bewerking en maakt op deze manier mooi reclame voor haar werk.
             
 Bij vertrek kregen we allemaal nog een paaseitje mee voor onderweg, en begonnen we aan de laatste 5 kilometers.



Ondanks de mooie omgeving kreeg ik na een minuut of 20 toch wel een soort van dipje.           
 Zeg maar gerust een DIP. Ik stond mezelf toe om even een minuut of 10 stilletjes te klagen en onopvallend te zuchten, want ja, je wilt natuurlijk niet onder doen voor al die andere ervaren lopers. Maar toen ik ging ik eens goed opletten. Het geroezemoes, de praatjes om me heen - alles was weggevallen. Het was opvallend stil geworden. Ik was niet de enige die het zwaar had - YES! En meteen voelde ik me stukken beter - erg hè. Terwijl ik probeerde niet helemaal terug te zakken tot de achterlinie, vertrouwde één van de meest ervaren lopers me stiekem toe dat Drunen gewoon behoorlijk pittig is. "Iedereen heeft hier op het laatst wel last van kuiten en andere spieren. Het is het zand, de bosgrond, de heuveltjes. Dat hakt er gewoon in." De kunst is : niet toegeven. Gewoon doorgaan. Even afleiding zoeken in wat muziek, heel even klagen en het dan verder vergeten, negeren. Doorbijten dus. Oké dan. En verrek - het hielp! Voor ik het wist was ik m'n pijntjes vergeten en kwam opeens het eindpunt in zicht. In 4 uur & 50 minuten hebben we de Drunense Duinen bedwongen. Laat die Zevenheuvelenweg maar komen!